Balanceren tussen utopie en dystopie

Op de middelbare school maakte ik kennis met het boek Utopia van Thomas More. Hij beschreef in 1516 een perfecte samenleving waarin mensen overigens niet echt blij waren.

Deel dit artikel:

column

12/01/2025

 

In de literatuur is het woord utopie gaan verwijzen naar een fictieve plaats waarin alles klopt en iedereen wél gelukkig is. Een utopie is een aardse tegenhanger van het paradijs of de hemel. Aangezien de laatste twee zich in het domein bevinden van de fantasie, doet de utopie dat ook.

Als eu-topos – Grieks voor ‘gelukkige plaats’ – is de utopie een onvindbare plaats, een non-topos, een niets. De volmaakte samenleving bestaat niet. Zodra een utopie geclaimd wordt, is iedereen meteen wantrouwig.

Hoeveel films zijn er niet die beginnen met een utopie en vervolgens binnen de kortste keren afglijden tot een – och, ja, dat brengt ons bij dat andere woord – dystopie, de disfunctionele topos?

Als je een atlas van de geschiedenis zou hebben met daarin een zwarte stip bij elke plaats die in de geschiedenis dys-topos is geweest, zul je schrikken. Waar utopieën onvindbaar zijn, zijn dystopieën over als kraters in een maanlandschap te vinden.

De samenlevingssystemen die mensen creëren hebben relatief weinig nodig om ontwricht te raken.

– Denk aan het interbellum waarin de Weimarrepubliek zo hard werd gestraft voor de Eerste Wereldoorlog dat het nazisme op kom komen.
– Denk aan het voormalig Joegoslavië begin jaren 90.
– Denk aan Rwanda, Cambodja, de Sovjet-Unie.
– Denk aan Zuid-Afrika.
– Denk aan een onleefbare en verschroeide aarde die omgetoverd in een woestijn te weinig middelen biedt om de mensheid in stand te houden.

Dystopieën zijn vaak onzichtbaar omdat ze zo gestructureerd zijn dat er nog steeds een kleine toplaag is die het goed doet. De onderdrukte minderheden worden onzichtbaar gemaakt in de media.

Zowel de utopie als de dystopie plaatsen zijn waar niet te leven valt. De utopie omdat het een non-topos is. De dystopie omdat die topos dodelijk is.

Wij kunnen altijd alleen maar balanceren op een koord tussen die twee, een middenplaats, een meso topos. De mesotopos is altijd instabiel, altijd in beweging, altijd op weg. Het is geen plaats maar een weg (meso hodos) die met argusogen bewaakt moet worden en waar de deelnemers, de burgers, voortdurend in moeten worden geoefend.

Het is aan ons om met vrouw en macht te werken aan de tussenweg, de mesohodos, om te voorkomen dat onze samenleving geen dystopie wordt. De vector van onze beweging moet gericht zijn op de utopie, ook al is die onbereikbaar.

Helaas is een giftige cocktail van neoliberalisme, extreme zelfverrijking, populisme, grootheidswaanzin, gouvernementele laksheid, technocratische kilheid en bestuurlijke onkunde aangewakkerd door sociale media bezig onze Westerse samenleving te verzieken.

We zijn dichter bij een dystopie dan we dat in 1930 waren.

Deel dit artikel:

Geef een reactie