welvaartsverdeling
korte versie
Als de prijzen stijgen (inflatie) daalt de koopkracht voor iedereen. Omdat mensen niet armer maar rijker moeten worden – zolang er sprake is van economische groei heeft iedereen recht op die welvaartsverdeling – moet dat koopkrachtverlies automatisch worden gecompenseerd, gelijk aan de inflatie.
In de jaren ‘60 en ‘70 was er sprake van automatische prijscompensatie (APC). Dit is een systeem waarbij de lonen en uitkeringen ‘automatisch’ werden verhoogd als gevolg van prijsstijgingen. Dat vonden we allemaal redelijk, omdat stijging van de prijzen (inflatie) mensen nou eenmaal niet armer moest maken (koopkrachtverlies). Soms werd twee keer per jaar berekend hoe groot de gemiddelde inflatie over de afgelopen zes maanden was.
Als de prijzen in die periode met bijvoorbeeld 2% stijgen, dan kregen werknemers automatisch 2% looncompensatie en werden de uitkeringen met 2% verhoogd. Deze automatische inflatiecompensatie werd geregeld in cao-afspraken.
Deze APC-regeling sneuvelde in het akkoord van Wassenaar (november 1982) tijdens een diepe economische crisis in de jaren 1981 en 1982.
Ongekend hoge inflatie van 17%, ongekende winsten
Tegenwoordig leven we weer in een economische situatie van ongekende inflatie. Op 30 oktober 2022 bedroeg deze ca. 17%. Maar in tegenstelling tot in de crisisjaren ‘80 maken veel bedrijven nu al decennia ongekende winsten. Dat is tijdelijk getemperd in de coronacrisis, maar er zijn ook veel bedrijven die juist door deze crisis enorme winsten hebben gerealiseerd. Met name grote bedrijven presenteren nu weer steeds uitstekende winstcijfers.
De FNV begrijpt niet waarom zij jaar op jaar moeten onderhandelen over inflatiecorrectie, terwijl dat toch gewoon standaard kan worden opgenomen in cao’s. Sociaal & Groen staat achter die redenatie.
Tegenstanders zien gevaar van prijsspiraal
Tegenstanders van de APC voeren aan dat er dan automatisch ook een forse loon-prijsspiraal op gang komt. Dat was het geval in de jaren zeventig toen de inflatie hoog was (in 1975 schommelde de inflatie rond de 10%). De loonkosten van werkgevers liepen steeds sterker op, waardoor men vreesde dat Nederland zich internationaal uit de markt zou prijzen.
Sociaal & Groen vindt dat welvaartsstijging iedereen ten goede moet komen. Waarom zou slechts een deel van de bevolking mogen profiteren van een gezamenlijke inspanning (met als gevolg nationale economische groei) die tot uitdrukking komt in een stijging van het BBP (bruto binnenlands product)? Nu komt die groei meestal terecht bij toch al vermogenden, die daaraan bovendien zelf geen of nauwelijks een bijdrage hebben geleverd. Economische groei wordt immers hoofdzakelijk gerealiseerd door de factoren arbeid en kapitaal, met een sleutelpositie voor het MKB.
APC in EU-verband
Alhoewel Sociaal & Groen het gevaar van een loon-prijsspiraal erkent, moeten we dit ‘gevaar’ niet overdrijven. België, dat al sinds 1920 de Loonindexering heeft, evenals de invoering van de nationale index van de consumptieprijzen (NICP), heeft zich niet uit de markt geprijsd. Er heeft zich daar in elk geval geen noemenswaardige vicieuze cirkel voorgedaan, net zomin als in Luxemburg en Malta, waar ook een APC geldt. Bovendien wil Sociaal & Groen dat een APC in EU-verband wordt ingevoerd.
Met de waarborgen die Sociaal & Groen voorstaat, zijn de voordelen te prevaleren.
Sociaal & Groen is tegen de automatische inflatiecompensatie in procenten, omdat die de inkomensongelijkheid vergroot. Bij compensatie in procenten krijgen consumenten met een hoog inkomen immers een grotere compensatie dan consumenten met een laag inkomen. Daarom pleit Sociaal & Groen voor ‘centen in plaats van procenten’.
Stijging van prijzen (inflatie) veroorzaakt koopkrachtverlies. Omdat dit in feite betekent dat mensen armer worden, moeten de overheid, vakbonden en werkgevers hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. ‘Volksverarming’ door koopkrachtverlies is in een land met ongeveer 800.000 mensen op of onder de armoedegrens niet acceptabel.
In dat verband wordt door de FNV opnieuw gepleit voor de zogenaamde automatische prijscompensatie (APC). Een slecht plan uit de oude doos volgens de Algemene Werkgevers Vereniging Nederland, (AWVN), maar hard nodig volgens de FNV.
In de jaren ‘60 en ‘70 was er sprake van zo’n automatische prijscompensatie (APC), een systeem waarbij de lonen en uitkeringen ‘automatisch’ werden verhoogd als gevolg van prijsstijgingen. Dat vonden we allemaal redelijk, omdat stijging van de prijzen (inflatie) mensen nou eenmaal niet armer moest maken (koopkrachtverlies). Soms werd twee keer per jaar berekend hoe groot de gemiddelde inflatie over de afgelopen zes maanden was.
Als de prijzen in die periode met bijvoorbeeld 2% stegen, dan kregen werknemers automatisch 2% looncompensatie en gingen de uitkeringen met 2% ophoog. Deze automatische compensatie werd veelal geregeld in cao-afspraken, gebaseerd op de afgeleide consumentenprijsindex (CPI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De systematiek van de APC kwam niet helemaal uit Nederlandse koker, want in België kenden ze dat systeem al langer. De eerste cao waarin de automatische prijscompensatie in Nederland werd vastgelegd, was die van Philips in 1969. Die cao gold als voorbeeld voor andere cao’s en de automatische prijscompensatie burgerde al snel in toen ook de grote cao voor de metaal het voorbeeld van Philips volgde.
De APC viel de facto buiten cao-onderhandelingen, daar hoefde tenslotte niet meer over onderhandeld te worden. Wel ontstond er soms commotie als een element uit de inflatie niet meer werd meegerekend door het CBS. Hoort een stijging van de btw verwerkt te worden in de APC? Of de prijsontwikkeling van de eigen woning? Dat leidde dan tot discussies tussen vakbonden, werkgevers, de overheid en het CBS.
Deze APC-regeling is gesneuveld in het akkoord van Wassenaar tijdens een diepe economische crisis in de jaren 1981 en 1982. Dat was overigens niet onverdeeld ongunstig voor de vakbondsstrategie. Nu de vakbond voor inflatiecorrectie moest strijden, werd duidelijk dat die compensatie geen natuurwet was en dat vakbondsmacht en vakbondslidmaatschap ertoe doen. Alleen in die sectoren waarin de vakbond sterk vertegenwoordigd was (schilders, havens), bleef de APC-regeling behouden (de kracht van het collectief).
ongekend hoge inflatie van 17%, ongekende winsten
Tegenwoordig leven we weer in een economische situatie van ongekende inflatie. Op 30 oktober 2022 bedroeg deze ca. 17%. Maar in tegenstelling tot in de crisisjaren ‘80 maken veel bedrijven nu al decennia ongekende winsten. Dat is tijdelijk getemperd in de coronacrisis, maar er zijn ook veel bedrijven die juist door deze crisis enorme winsten hebben gerealiseerd. Met name grote bedrijven presenteren nog steeds uitstekende winstcijfers.
De FNV geeft aan niet te begrijpen waarom zij jaar op jaar moeten onderhandelen over inflatiecorrectie, terwijl dat toch standaard kan worden opgenomen in cao’s. Sociaal & Groen staat achter die redenatie.
de APC is niet helemaal weg
In de collectieve arbeidsovereenkomsten is de APC niet helemaal verdwenen. In 50 van de ruim 650 bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangemelde collectieve arbeidsovereenkomsten (cijfers 2017), zijn afspraken gemaakt over automatische prijscompensatie. Dat lijkt behoorlijk wat, maar valt eigenlijk reuze tegen.
Het zijn kleine cao’s, niet uitsluitend maar wel vooral in de havensector; ze hebben betrekking op hooguit tienduizend werknemers. Bijvoorbeeld overslagbedrijf Vopak kwam eind december 2020 een akkoord tot stand over een driejarige cao. Boven op een jaarlijkse automatische prijscompensatie krijgen de medewerkers een loonsverhoging van 2% in 2021, 1,5% in 2022 en 1,5% in 2023. De overige 5,5 miljoen werknemers waarvoor in 2017 cao-afspraken werden gemaakt, kennen een cao met enkel de vooraf vastgelegde loonstijgingen.
werkgevers zijn tegen
Werkgevers verzetten zich in de loop van de tijd meer en meer tegen het ‘automatisme’ van prijscompensatie, want het beperkte hun onderhandelingsruimte. Voor de onderhandelingen zelfs maar waren begonnen, waren ze door de APC al een flink stuk ruimte kwijt. De overheid, werkgevers en De Nederlandse Bank stelden zich aan werkgeverskant op, omdat hogere lonen weer in de prijzen zouden worden verwerkt: de loon-prijsspiraal.
Volgens Sociaal & Groen is dat verwijt deels onterecht, want de compensatie kwam steeds ná de prijsverhogingen. Bovendien zou hetzelfde fenomeen dan in werking moeten treden bij stijgende winstuitkeringen, maar van een dreigende ‘dividenden-prijsspiraal’ is nooit sprake.
Een volgend bezwaar was dat werknemers de APC vaak niet meer als een onderdeel van de nieuwe contractloonstijging beschouwen, maar als een verworven recht.
Sociaal & Groen ziet niet in waarom dat bezwaarlijk zou zijn: automatische bonussen voor topmannen worden door de top immers ook ‘normaal’ gevonden.
Tenslotte vindt AWVN in z’n algemeenheid dat loonafspraken in een sector of onderneming altijd bezien moeten worden als onderdeel van een veel breder pakket. Ook zaken als behaalde bedrijfsresultaten (winst, omzet, arbeidsmarkt) moeten redelijkerwijs in ogenschouw worden genomen.
Sociaal & Groen erkent dat, maar wil werkgevers graag voorhouden dat investeren in het loon van personeel noodzakelijk is om de economie draaiende te houden. Zeker in de huidige arbeidsmarkt is dit van groot belang voor werkgevers. Bovendien kunnen hogere loonkosten een prikkel zijn te automatiseren. Daardoor komt er minder vraag naar arbeid: geen overbodige luxe op een oververhitte arbeidsmarkt.
België
In de jaren zeventig, toen de inflatie hoog was (op het toppunt, in 1975, schommelde de inflatie rond de 10%), liepen de loonkosten van werkgevers steeds sterker op. Men vreesde dat Nederland zich internationaal uit de markt zou te prijzen.
Alhoewel Sociaal & Groen het gevaar van een loon-prijsspiraal erkent, moet dit niet worden overdreven. België kent al sinds 1920 de Loonindexering, evenals de invoering van de nationale index van de consumptieprijzen (NICP). De automatische indexering van de ambtenaarslonen en uitkeringen in België is bijna uniek in Europa. Ook de lonen in de privésector worden daar automatisch aangepast aan de toegenomen levensverwachting. Toch heeft dat land zich niet uit de markt geprijsd. Er heeft zich daar in elk geval geen noemenswaardige vicieuze cirkel voorgedaan, net zomin als in Luxemburg en Malta, waar ook een APC geldt.
onvrede
Eerder in het jaar 2022 hielden de bonden een enquête onder medewerkers van gemeenten. Daaruit bleek dat de tevredenheid over hun totale inkomen heel rap achteruit is gegaan. Een ruime meerderheid was daar twee jaar geleden nog content mee, maar inmiddels tonen zich nog maar vier op de tien medewerkers (heel) tevreden. Dat komt grotendeels doordat de lonen minder zijn gestegen dan de kosten van het levensonderhoud. Bij de medewerkers in de lagere salarisschalen is de ontevredenheid het grootst: 41 procent van hen geeft aan (heel) ontevreden te zijn.
En dat is best logisch, vindt arbeidseconoom Ronald Dekker van TNO. Want de lonen mogen dan voor het eerst sinds de kredietcrisis weer fors stijgen, gecorrigeerd voor inflatie daalden ze zelden zo hard. Een inhaalslag is dus nodig.
Sociaal & Groen vindt in een tijd van grote onvrede over vele zaken een extra onvrede-thema hoogst ongewenst.
Visie van Sociaal & Groen
Eerlijke welvaartsverdeling
Sociaal & Groen vindt dat welvaartsstijging iedereen ten goede moet komen. Waarom zou slechts een deel van de bevolking mogen profiteren van een gezamenlijke inspanning (met als gevolg nationale economische groei) die tot uitdrukking komt in een stijging van het BBP (bruto binnenlands product? Nu komt die groei meestal terecht bij toch al vermogenden, die daaraan bovendien zelf geen of nauwelijks een bijdrage hebben geleverd. Economische groei wordt immers hoofdzakelijk gerealiseerd door de factoren arbeid en kapitaal, met een sleutelpositie voor het MKB.
Economische omstandigheden
Economische groei is geen constante over de tijd. Periodes van sterke groei (hoogconjunctuur) en periodes van trage (laagconjunctuur) of zelfs negatieve groei (crisis) wisselen elkaar af. Voorbeelden van crises die vooral de westerse wereld troffen, zijn de economische crisis van de jaren 1930 en de kredietcrisis van 2007.
Slechts in die extreme, maar ook zeldzame situaties, zou een APC moeten kunnen worden ‘bevroren’.
Sociaal & Groen neemt dan ook als voorwaarde op dat een inflatiecompensatie alleen automatisch moet zijn als de economische groei groter is dan 0.
Oplossing voor bedrijven met geen of lage winst
Voor het geval een bedrijf te weinig winst maakt om een automatische inflatiecompensatie te betalen, moet in de wetgeving aparte aandacht komen.
Indien de bedrijfswinst van een individueel bedrijf een indexering niet mogelijk maakt, wordt er in dat jaar ook geen dividend, winst of bonus uitgekeerd. Bovenschalige loonstijgingen en bonussen (buiten de cao) van de afgelopen drie jaren worden teruggedraaid.
Europees invoeren
Tegenstanders wijzen op de vicieuze loonindex-cirkel die mogelijk kan ontstaan, waardoor de Nederlandse economie schade lijdt.
Sociaal & Groen is voorstander van een Europese automatische inflatiecompensatie, waardoor dit bezwaar wegvalt.
Wij moeten ons niet spiegelen aan een gebrek aan sociale wetgeving in andere landen, maar een gidsland zijn. Dat waren we ooit en vele landen zijn ons gevolgd (homohuwelijk, drugslegalisatie, mensenrechten).
De kostenindex
In België is er een afgevlakte gezondheidsindex die automatisch aan het loon gekoppeld is. In die index werden bepaalde ongezonde producten buiten de berekening gehouden, zoals dieselolie, benzine, alcohol en tabak. Als de afgevlakte gezondheidsindex een bepaald niveau – de zogenoemde spilindex – overschrijdt, dan stijgen een maand later de pensioenen en uitkeringen automatisch. Op deze wijze worden ongezonde producten niet gecompenseerd.
Sociaal & Groen vindt dat een verantwoorde en goede basis en wil daaraan ‘vlees’ en producten met een hoog suikergehalte toevoegen. Door uitsluitend gezonde en vegetarische producten in de index te betrekken, worden werkgevers extra gestimuleerd de prijzen daarvan zo laag mogelijk te houden.
Centen in plaats van procenten
Sociaal & Groen is tegen de automatische prijscompensatie in procenten, omdat die de inkomensongelijkheid vergroot. Bij compensatie in procenten krijgen consumenten met een hoog inkomen een grotere compensatie dan consumenten met een laag inkomen. Dat is een vreemd mechanisme, aangezien beide groepen dezelfde (hoge) prijs betalen voor de duurdere producten. Daarom pleit Sociaal & Groen voor ‘centen in plaats van procenten’.
Sociaal & Groen is voorstander van een invoering van de APC met de volgende kenmerken:
De APC van Sociaal & Groen:
- wordt wettelijk geregeld;
- schorten we op in een jaar dat de economische groei onder de 1% zakt;
- wordt gecompenseerd in bedragen (niet in procenten);
- is afgeleid van de gezondheidsprijsindex (uitsluitend gezonde en vegetarische producten worden in de index te betrokken);
- geldt voor werknemers, ambtenaren en consumenten (mensen met een uitkering worden automatisch gecompenseerd door de loonkoppeling);
- kan van worden afgeweken door individuele bedrijven met een (te) lage bedrijfswinst om loonindexering te kunnen toepassen, maar dan wordt er in dat jaar ook geen dividend, winst of bonus uitgekeerd. Bovenschalige lonen (buiten de cao) van de afgelopen drie jaren worden teruggedraaid;
- moet wettelijk worden vastgelegd. Als een land gaat concurreren op loonkosten, ontstaat er een neerwaartse spiraal die negatief is voor de koopkracht van de bevolking en zodoende de economie van de hele wereld niet vooruithelpt. Een koopkrachtige bevolking is immers basis voor een gezonde wereldeconomie en burgers geven meer uit dan kapitaaloppotters;
zie ook: armoede in Nederland