column
24/06/2024
Jos de Keijzer
Vorige week werd duidelijk wat voor een absurd kabinet straks op het bordes staat.
Verandering is niet het juiste woord. Omslag doet geen recht aan de situatie. En een revolutie is het ook niet, want dit is de staat van onze democratie. Maar wat is het dan.
Volgens bekende mensen in Nederland valt het allemaal wel mee:
‘Nee,’ zei minister De Jonge, ‘Gidi Markuszower is niet door de veiligheidscheck heen gekomen. Het laat maar weer eens mooi zien hoe robuust onze rechtstaat is. Die werkt wanneer het erop aankomt.’
‘Nee, de uitspraken van Marjolein Faber horen niet bij een minister’, concludeerde Omtzigt. ‘Ik ga er dan ook vanuit dat ik ze niet weer zal horen.’
En dan de koning: ‘Nederland heeft veertien jaar lang dezelfde minister-president gehad. Ik heb elf jaar met dezelfde minister-president samengewerkt. Natuurlijk gaat het veranderen: een ander persoon, andere mensen. Maar er blijft ook veel continuïteit.
En continuïteit, dat zijn wij ook.’
Fijn, hè? Alles klopt.
Voor de Jonge was het positief dat Markuszower er niet door kwam. Maar hoe komt het dan dat hij wel door Wilders voorgesteld werd? Hoe kan een man, die gezegd heeft dat hij antizionistische Joden best graag achter zou laten in een Pools bos, beoogd vice-premier en minister asielzaken wordt? Nee joh, alles is lekker robuust.
En denkt de bestuurlijk vernieuwende Omtzigt nu werkelijk dat het niet noemen van bepaalde woorden iemand ineens wél geschikt maakt voor een ministerspost? Ze vindt toch nog steeds dat in Nederland omvolking plaatsvindt? En omvolking is nog steeds een woord uit de naziretoriek van 85 jaar geleden. Woorden betekenen ideeën, staan voor ideologieën. Je hebt geen woorden nodig om erge dingen te vinden die grote consequenties kunnen hebben.
De koning wil ik niet te veel afvallen, maar de verwijzing naar zichzelf als de
belichaming van continuïteit is formeel waar, maar betekent in de praktijk niet zo veel.
Want we zijn een constitutionele monarchie. Alexander heeft naast dat hij een moreel appel kan doen met zijn kersttoespraak niets in de melk te brokkelen.
Op de wielen van bagatelliserende retoriek, flagrante ontkenning van de realiteit en pietluttige focus op lijstjes met verboden woorden rolt fascisme doodleuk ons land binnen.
Fascisme heeft geen enge symbolen nodig. Het kan desnoods ook zonder verdachte woorden opereren. Het gaat om de ideeën:
– het verheerlijken van de sterke leider
– uit zijn op macht
– minachting voor de rechtsorde
– openstaan voor geweld
– het zoeken naar zondebokken
– koesteren van haat jegens de ander
– het rechtvaardigen van zelfliefde en
– het vermogen om met een stalen gezicht de waarheid te ontkennen.
En het enige wat je ervoor nodig hebt, is democratie en een ontevreden electoraat. O, én publieke figuren die enthousiast vertellen dat het allemaal fantastisch gaat.
Wanneer worden we wakker?
Beeld: Wikimedia