samenleving
in bewerking
middelgrote versie
De economische crisis is voorbij, stelde het Centraal Planbureau (CPB) voor de coronacrisis. De Nederlandse economie groeit, de koopkracht stijgt en de werkloosheid daalt. Toch zijn de naweeën nog stevig voelbaar voor honderdduizenden mensen, die als gevolg van de crisis hun baan verloren en na jaren nog naarstig zoeken naar werk.
Om deze werkzoekenden aan een baan te helpen, is er de Participatiewet. De uitvoering hiervan is neergelegd bij de gemeenten. Door middel van bijvoorbeeld leer-werktrajecten moet een werkzoekende weer aan de slag kunnen. Dat klinkt goed, maar de realiteit is dat werkzoekenden in talloze gevallen slachtoffer worden van intimidatie en loze beloftes.
Tegenprestatie en perikelen
De Participatiewet is bedoeld om re-integratie te bevorderen. Mensen worden bij een bedrijf tewerkgesteld en behouden als tegenprestatie hun bijstandsuitkering. Zo doen ze werkervaring op, wat de afstand tot de arbeidsmarkt zou moeten verkleinen. Niet uit te leggen is wat iemand die voorheen projectmanager was bij een ICT-bedrijf, leert van werken in de groenvoorziening of het inpakken van Hello Fresh-pakketjes. Velen, vooral gekwalificeerde krachten, hebben behoefte aan een baan, niet aan ingezet worden als goedkope arbeidskracht of werkervaring in een sector waar ze niet in willen werken of niet voor opgeleid zijn. De gemeente is verplicht om maatwerk te bieden, maar in plaats daarvan nemen ze het niet zo nauw met de regels. Misschien zelfs wel bewust, want in veel van deze trajecten wordt goed verdiend aan de arbeid die zo’n werkzoekende verricht.
Werkelozen doen hetzelfde werk als collega’s, alleen krijgen niet hetzelfde betaald. Nee, je behoudt enkel je bijstandsuitkering. ‘Werken zonder loon’ is de benaming. Daarmee word je een verdraaid goedkope kracht voor het bedrijf. De gemeente pikt in veel gevallen als veredeld uitzendbureau ook nog een graantje mee. Zoals Leeuwarden, die op deze manier in zes maanden tijd zo’n 23.000 euro binnenhaalde. Over de rug van de werkzoekenden, die niets van die verdiende euro’s terugzagen. Een verdienmodel is geboren.
Oneerlijk
Deze constructie is niet alleen nadelig voor werkzoekenden. De FNV is faliekant tegen werken zonder loon. Je slaat er de bodem mee weg onder het loongebouw. Bedrijven kiezen er bewust voor om zo veel mogelijk uitkeringsgerechtigden in te huren, omdat die veel minder kosten dan wanneer ze iemand normaal cao-loon moeten betalen. De loonkosten gaan omlaag en daarmee hun productiekosten, zodat ze het werk goedkoper aan kunnen bieden. Dat zorgt voor oneerlijke concurrentie, want bedrijven die wel eerlijk loon betalen, kunnen alleen mee wanneer ook zij besparen op de lonen. Op deze manier wordt concurrentie op arbeidsvoorwaarden in de hand geholpen. Dat mag nooit gebeuren.
Onzekerheid en verdringing
De Participatiewet zou moeten zorgen voor werkzekerheid, maar zorgt juist voor veel ónzekerheid. Ook voor mensen die op dit moment een contract hebben. Als jouw contract afloopt, kan het zomaar zijn dat je werkgever ervoor kiest om je contract niet te verlengen. In plaats daarvan wordt een uitkeringsgerechtigde tewerkgesteld die jouw werk overneemt, maar dan zonder daar dat loon voor te krijgen. Verdringing noemen we dat. Dat daarmee vakkennis verloren gaat, is blijkbaar niet van belang. Daar zijn talloze voorbeelden van. De horeca trekt aan, dus worden werkzoekenden uit de detailhandel daar geplaatst als hospitality-medewerkers. Terwijl er talloze horecamensen met ervaring werkloos thuis zitten en dolgraag die baan willen hebben. Denk ook aan de productiehallen van PostNL. Mensen werken er langdurig zonder loon. Na afloop krijgen ze in het gunstigste geval een kortdurend contractje. Zodra dat voorbij is, staan ze weer op straat en wordt de volgende groep gratis aan het werk gezet. Of de schoonmaakster die wordt ontslagen en vervolgens met behoud van uitkering datzelfde werk moet doen. Dat is de wereld op z’n kop.
Al met al heeft het beleid een enorme invloed op de arbeidsmarkt. Zeker tienduizend voltijdsbanen zijn op deze manier verdwenen. Banen, waarvoor iemand een normaal salaris zou ontvangen. Daar ondervinden we uiteindelijk allemaal de gevolgen van. Vanwege de oneerlijke concurrentie, die doorvloeit naar andere sectoren. Maar op de lange termijn ook aan de Nederlandse schatkist en pensioenfondsen. Werkgevers dragen namelijk voor dit gratis werk geen WW-, AOW-, zorg- en pensioenpremies af. De naweeën van de Participatiewet voelen we op den duur dus allemaal in de portemonnee.
Gelijk werk, gelijk loon
De Participatiewet mogen we als mislukt bestempelen. Deze wet is vooral gericht op het straffen van werklozen. Er is nog steeds een banentekort. Jaarlijks wordt er 2 miljard euro uitgegeven aan de re-integratie van werkzoekenden, maar het zijn vooral gemeenten zelf en re-integratiebureaus die er beter van worden. Werklozen krijgen er geen baan door en de re-integratie sluit niet aan bij de wensen en mogelijkheden van henzelf en die van de arbeidsmarkt. Daarom is deze wet mislukt. De wet is ook een ‘gevaar’ voor hen die wél in dienst zijn van een werkgever. Uitkeringsgerechtigden worden monddood gemaakt, geïntimideerd. Ze komen niet in verweer, omdat ze anders hun uitkering verliezen. Een contract biedt rechtsbescherming en ruimte om op te komen voor de eigen belangen en van collega’s. WHD wil gelijke rechten.
uitgebreide versie
(in bewerking)
De economische crisis is voorbij, stelde het Centraal Planbureau (CPB) voor de coronacrisis. De Nederlandse economie groeit, de koopkracht stijgt en de werkloosheid daalt. Toch zijn de naweeën nog stevig voelbaar voor honderdduizenden mensen, die als gevolg van de crisis hun baan verloren en na jaren nog naarstig zoeken naar werk.
Om deze werkzoekenden aan een baan te helpen, is er de Participatiewet, die de bijstand, de Wajong en de Sociale werkvoorziening samenvoegt tot één sociaal vangnet. De bedoeling was een bezuiniging van 1,3 miljard. De uitvoering hiervan is neergelegd bij de gemeenten. Door middel van bijvoorbeeld leer-werktrajecten moet een werkzoekende weer aan de slag kunnen. Dat klinkt goed, maar de realiteit is dat werkzoekenden in talloze gevallen slachtoffer worden van intimidatie en loze beloftes.
De Participatiewet is in 2015 door het kabinet-Rutte II van VVD en PvdA bedacht om meer bijstandsgerechtigden en gehandicapten aan ‘gewoon’ werk te helpen. Het tegengestelde blijkt te zijn gebeurd: Voor mensen die niet zonder begeleiding kunnen werken, zijn er veel minder banen bij gekomen (bron: onderzoek voor Cedris, de belangenorganisatie van sociale werkplaatsen).
Op dat moment hagelde het al kritiek op de plannen: de vakbonden, de SP en een groot deel van de PvdA-achterban liep te hoop tegen de naïeve gedachte dat mensen na het sluiten van de sociale werkplaatsen vanzelf wel een plekje op de arbeidsmarkt zouden vinden, dat werkgevers daar braaf hun steentje aan zouden bijdragen en dat de gemeenten de uitvoering van de wet wel rond zouden breien ondanks een miljardenbezuiniging.
De Participatiewet is bedoeld om re-integratie te bevorderen. Mensen worden bij een bedrijf tewerkgesteld en behouden als tegenprestatie hun bijstandsuitkering. Zo doen ze werkervaring op, wat de afstand tot de arbeidsmarkt zou moeten verkleinen, zo was de gedachte.
Niet uit te leggen is wat iemand die voorheen projectmanager was bij een ICT-bedrijf, leert van werken in de groenvoorziening of het inpakken van Hello Fresh-pakketjes. Velen, vooral gekwalificeerde krachten, hebben behoefte aan een baan, niet aan ingezet worden als goedkope arbeidskracht of werkervaring in een sector waar ze niet in willen werken of niet voor opgeleid zijn. De gemeente is verplicht om maatwerk te bieden, maar in plaats daarvan nemen ze het niet zo nauw met de regels. Misschien zelfs wel bewust, want in veel van deze trajecten wordt goed verdiend aan de arbeid die zo’n werkzoekende verricht.
Dat zit zo: stel, je bent werkloos. De gemeente staat je bij in het zo goed en snel mogelijk terugkeren op de arbeidsmarkt. Tegelijk verplicht die gemeente je deel te nemen aan een re-integratietraject en het doen van een tegenprestatie, in de vorm van onbetaald werk. Weiger je, dan verlies je je uitkering. Een aardig pressiemiddel, want het betalen van de vaste lasten en de dagelijkse boterham drukt zeer zwaar. Werkelozen kunnen dus niet anders dan het werk accepteren, bijvoorbeeld in de groenvoorziening of in een distributiecentrum.
Werkelozen doen hetzelfde werk als collega’s, alleen krijgen niet hetzelfde betaald. Nee, je behoudt enkel je bijstandsuitkering. ‘Werken zonder loon’ is de benaming. Daarmee word je een verdraaid goedkope kracht voor het bedrijf. De gemeente pikt in veel gevallen als veredeld uitzendbureau ook nog een graantje mee. Zoals Leeuwarden, die op deze manier in zes maanden tijd zo’n 23.000 euro binnenhaalde. Over de rug van de werkzoekenden, die niets van die verdiende euro’s terugzagen. Een verdienmodel is geboren.
In november 2019 verscheen er een vernietigend rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau waarin gehakt werd gemaakt van de Participatiewet.
Het SCP stelde al eerder vast dat er nauwelijks meer bijstandsgerechtigden aan het werk kwamen dan eerst, en dat gehandicapten vaker thuis zitten. De wet wordt binnenkort aangepast: voor de werknemers zelf moet het financieel aantrekkelijker worden om meer uren te werken.
Wajongers die voltijds werken, maximaal het minimumloon kunnen verdienen: een fijne aanmoediging om aan het werk te gaan.
Maar de PvdA, die van 2013 tot 2017 een eigen minister (Lodewijk Asscher) en staatssecretaris (Jetta Klijnsma) had om de Participatiewet in te voeren, wil er niets meer van weten. „Die wet is mislukt”, zegt PvdA-Tweede Kamerlid Gijs van Dijk.
De Participatiewet is een mislukt sociaal experiment ten koste van kwetsbare mensen.
Wat er fout is aan de wet
Mensen in een uitkering of met een handicap, willen geholpen worden en dat doet de Participatiewet niet. Het mensbeeld erachter deugt niet, die gebaseerd is op de oude neoliberale gedachte, dat het niet hebben van werk je eigen verantwoordelijkheid is; eigen schuld. Bij die denkwijze past ook een straf, als je geen werk hebt. En als je er niets aan doet, zet de overheid je onder druk. Dan moet je voor je bijstand een tegenprestatie leveren en aan allerlei verplichtingen voldoen. Maar experimenten tonen aan dat je mensen veel sneller aan het werk krijgt als je uitgaat van vertrouwen, en begeleiding biedt in plaats van repressie. Het wantrouwen is de grote fout in onze sociale zekerheid. Dat moet anders. Het gaat bij deze wet om de meest kwetsbare mensen.
Het mensbeeld achter de wet deugt niet
De Participatiewet is bedacht door VVD én PvdA, waarbij ook de sluiting van de sociale werkplaatsen (werkvoorzieningschappen) was voorzien.
WHD is van mening dat je het niet in je eentje hoeft uit te zoeken als je het moeilijk hebt, maar dat het collectief helpt. Uit harde cijfers blijkt ook dat het een mythe is, die eigen verantwoordelijkheid. Mensen zitten thuis. Juist als je kwetsbaar bent, is er een overheid nodig. Niet om jou met een stok te slaan, maar om te vragen: waarmee kunnen we helpen?
Mensen met een Wajong-uitkering (voor wie van jongs af aan een handicap heeft) zijn er financieel op achteruit zijn gegaan en bang zijn om te gaan werken. Want dan raken ze hun uitkering kwijt en is er geen weg terug. Allemaal vanuit het mensbeeld dat je een financiële prikkel nodig hebt om aan de slag te gaan. Dit werkt niet, juist niet bij mensen die kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt.
sommigen willen niet werken
Wat moet je als overheid doen wanneer iemand echt niet wil werken?
Niets, dat is een eigen, vrije keuze. Daarom is het BI een goed idee.
STANDPUNTEN / VERSCHILLEN PER PARTIJ (Participatiewet)
VVD
- te veel mensen blijven vrijwillig in de bijstand, omdat ze geen zin hebben om te werken. Door werk te laten lonen en verschillende toeslagen te beperken, wil de VVD ze straffen/dwingen;
- om bijstand te krijgen moet je Nederlands spreken;
- sollicitatieplicht;
- tegenprestatie leveren (iets terug doen voor de uitkering);
- gemeenten moeten iedereen in de bijstand een passend aanbod doen om de tegenprestatie te leveren. Dit aanbod moet verplicht worden opgevolgd;
PVV
- bijstand minder toegankelijk en strenger te maken;
- uitkeringen stop te zetten van bijstandsgerechtigden die geen tegenprestatie wilden verrichten;
CDA
- wil een nieuwe aanpak voor sociale werkvoorziening;
D66
- geen standpunt;
PvdA
- Sociale werkplaatsen moeten ‘ontwikkelbedrijven’ worden die gehandicapten werk bieden of begeleiden naar gewone werkgevers;
- 100.000 overheidsbanen creëren;
- hogere bijstandsuitkering;
- minimumloon zou in stappen moeten stijgen van ruim 10 naar 14 per uur;
SP
- wil een nieuwe aanpak voor sociale werkvoorziening;
WHD
GroenLinks
- 20.000 extra beschutte werkplekken, dus bovenop de 30.000 die gemeenten al moeten creëren;
- Participatiewet moet minder regels hebben en meer ruimte om bij te verdienen;