samenleving
Voorstel Sociaal & Groen: bosdorpen
korte versie
Wonen in hartje binnenstad, omringd door bomen en struiken. Die trekken niet alleen vogels en vlinders aan, maar zorgen ook voor isolatie en opslag van CO₂ en fijnstof. In combinatie met sociale woningbouw. Dat is de toekomst.
middelgrote versie
Sociaal & Groen ziet de nieuwe woonomgeving als een omvangrijk ‘totaal’-project, waarbij een combinatie-oplossing wordt gerealiseerd voor allerlei maatschappelijke voorkeuren en problematieken, zoals een oplossing voor het woningtekort, duurzaamheid, sociale voorzieningen, vergroening, CO-2 neutraliteit, diervriendelijkheid, woongenot, sociale cohesie, integratie en veiligheid. Dit kan allemaal gerealiseerd worden als we een nieuwe kijk op wonen lanceren: wonen is een recht, milieu- en natuurvriendelijkheid een plicht. Dat kan met geschakelde grote wooncomplexen. De schakeling voorkomt monotonie in woningbouw (de Bijlmer) en biedt grotendeels vrij zicht op de lucht (zeer beperkte afdakking). Als voorbeeld dient de smog-etende woontoren in Taipei.
Er zijn in Nederland al twee bescheiden verticale woonbossen: Trudo Vertical Forest (op het voormalig Philips-terrein Strijp-S in de binnenstad van Eindhoven) en Wonderwoods (in het stationsgebied van Utrecht). Op laatstgenoemde plek wordt de komende jaren het Healthy Urban Quarter gerealiseerd: een duurzame en circulaire woon- en werkomgeving bestaande uit onder meer twee groene torens. Naast Wonderwoods komt er namelijk ook nog een kantoortoren voorzien van veel glas en beplanting in de binnenruimten.
Sociaal & Groen wil grootschalige verticale bouw met een parkachtig ‘dorpsplein’ in het centrum van het complex, waar allerlei voorzieningen de bewoners dienen, zoals bijvoorbeeld een 24/7 supermarkt, een huisartsenpost, een kinderopvangcentrum en dergelijke. Binnen en buiten de overdekte inner circle kunnen cafe’s en restaurants gevestigd worden.
In het complex is ruimte voor zowel sociale woningbouw als studenten- en bejaardenappartementen.
Er komt een waterreservoir in de kelder, waar het afvoerwater wordt opgeslagen. Vandaar wordt het water weer omhoog gepompt om druppelsgewijs de planten en (fruit-)bomen (ook op de balkons) van water te voorzien.
feiten & cijfers Nederlandse projecten
De zeventig meter hoge Trudo Vertical Tower in Eindhoven is het eerste bescheiden verticale woonbos in Nederland. Het biedt ruimte aan 125 sociale huurwoningen met een oppervlak van vijftig vierkante meter, bedoeld voor starters. Aan de balkons zijn bakken aangebracht met in totaal 125 bomen en 5.200 planten en struiken, inclusief een gemeenschappelijke buitenruimte van 350 vierkante meter op de begane grond. Op jaarbasis zorgt de groene flat zorgen voor de absorptie van zo’n 8.000 kilo CO₂ en de productie van 18.000 kilo zuurstof.
Wonderwoods in Utrecht wordt maar liefst negentig meter hoog en biedt te zijner tijd onderdak aan zo’n driehonderd woningen, zowel in de categorie huur (60 procent) als koop (40 procent). Op een tussenetage wordt een klein parkje aangelegd. Totaal komen er 10.000 planten, waarvan 360 bomen en 9.640 struiken en heesters. Op jaarbasis moeten zij samen zorgen voor het verwerken van 5.400 kilo CO₂ en de productie van 41.400 kilo zuurstof. De oplevering staat gepland voor dit jaar (2022).
uitgebreide versie:
Ten aanzien van de volkshuisvestingssituatie kent Nederland een fors aantal problemen van grote omvang. Grotendeels zijn deze problemen terug te voeren op decennia lang neoliberaal beleid: gebrek aan een toekomstvisie met als kenmerk in beweging komen als het probleem zich manifesteert.
Woningentekort
Koopwoningen die voor veel mensen onbetaalbaar worden; twintig jaar geleden kostte een huis gemiddeld 170.000 euro. Nu ligt dat op ruim 410.000 euro. Er zijn jarenlange wachtlijsten voor een huurwoning: Nederland heeft een enorm tekort aan huizen. Een groep van 34 organisaties hield in 2021 een pleidooi voor het bouwen van 1 miljoen woningen in 10 jaar. Het Delta Plan Wonen van Sociaal & Groen sluit hierop aan.
Het acute woningtekort is 300.000 (bron: onderzoeksbureau ABF Research, dat dat tekort al jarenlang bijhoudt in opdracht van de overheid).
Dat is het aantal huishoudens dat noodgedwongen geen eigen woning heeft. Ze wonen bijvoorbeeld samen met een ander huishouden. Dan gaat om mensen die nog een woning delen met huisgenoten of bij hun ouders wonen of gescheiden mensen die noodgedwongen bij elkaar in moeten blijven wonen.
Door de sinds 2013 ingevoerde verhuurdersheffing bouwen corporaties veel minder huurwoningen en dat heeft de woningnood verergerd.
Het tekort is volgens organisaties en deskundigen vooral gestegen doordat de nieuwbouw inzakte door de kredietcrisis, terwijl de bevolking doorsteeg. Ook immigratie speelt een rol.
Komende jaren wordt opnieuw een daling van de nieuwbouw verwacht, doordat de uitgifte van bouwvergunningen tijdelijk stillag door de stikstof en pfas-problematiek.
schrappen neoliberale maatregelen en beleidsontwikkeling
De verhuurdersheffing van PvdA en VVD moet worden afgeschaft (Woonbond). Inmiddels blijkt het kabinet deze fout inderdaad te willen corrigeren.
Mensen in de bijstand worden gekort op hun uitkering als ze gaan woningdelen. Dat moet eveneens worden geschrapt.
Woningen moeten en kunnen sneller gebouwd worden, vindt ook Vereniging Eigen Huis.
Tussen de eerste bouwplannen en de oplevering zit vaak wel tien jaar. Vergunningverlening moet vlotter, bezwaarprocedures korter en bouwprocessen sneller. We staan nog maar aan het begin van woningen die in onderdelen uit een fabriek komen. Daarmee kunnen huizen sneller gebouwd worden en het drukt de kosten (Vereniging Eigen Huis).
De snelheid van ontwikkeling en besluitvorming is achteruitgegaan nu projectontwikkelaars en ambtenaren deels vanuit huis werken. Tijdens de kredietcrisis zijn ambtenaren die zich bezighouden met bouwplannen wegbezuinigd. Het tempo moet omhoog.
En een toekomstig minister van Volkshuisvesting moet gemeenten en provincies aansporen om beslissingen te nemen over bouwlocaties of als die uitblijven zelf een besluit nemen.
Ook moet er beleid komen op ombouwen van kantoren tot woningen. Als we meer blijven thuiswerken, komt er veel vastgoed beschikbaar, ook op aantrekkelijke locaties.
Ouderen blijven vaak zitten in een sociale huurwoning, omdat er een tekort is aan geschikte ouderenwoningen. Dus moeten er ook woningen voor senioren worden bijgebouwd.
Er moeten woningen bijkomen die de doorstroming bevorderen. Zoals appartementen voor ouderen, die zo hun grote woning kunnen verlaten.
Neoliberaal beleid heeft tot de situatie geleid waarin Nederland nu verkeert. Volgens Peter Boelhouwer van de Technische Universiteit Delft zijn er minstens 40.000 daklozen in Nederland. Daarnaast wonen nog ongeveer 60.000 mensen uit nood in vakantiehuisjes en caravans. Gevolg van de woningkrapte: rijke mensen kopen extra huizen in de stad. Ze gaan hier niet zelf wonen, maar verhuren deze voor heel veel geld.
duurzaamheid: circulaire & biobased bouw
De circulaire economie draait om het slim gebruiken van grondstoffen, producten en goederen, zodat deze oneindig hergebruikt kunnen worden: een gesloten kringloop. Voor woningen betekent ‘circulair’ dat materialen hergebruikt worden. Traditionele bouwmaterialen als cement, beton, lijm en isolatieschuim kosten veel energie om te maken en zijn vaak slecht te recyclen. Het grote voordeel van natuurlijke (biobased) materialen, zoals hout, is dat ze geproduceerd worden door de natuur, veel minder CO2-uitstoot hebben en beter herbruikbaar zijn.
Een gebouw is per definitie energieneutraal wanneer er over een jaar bekeken, netto geen energie van buitenaf nodig is afkomstig van fossiele of nucleaire brandstoffen.
Door bij nieuwbouw en renovatie te investeren in groene energie dalen de huisvestingskosten met 75% (ITD).
Fossiele brandstoffen zoals olie, gas en kool vormen vandaag de dag nog steeds onze belangrijkste energiebron. Het proces waarbij deze energiebronnen worden gevormd in de aardkorst duurt miljoenen jaren. Daarentegen is de snelheid van de verbruik van deze schaarste vele malen hoger. Uit recentelijk onderzoek is gebleken dat de reserves respectievelijk in 2150 zijn uitgeput. De oplossing ligt bij duurzame energie soorten en alternatieve energiebronnen.
Duurzame energie is energie die het milieu niet belast.
Zon, water en wind het zijn voorbeelden van de grootste duurzame energiebronnen. Deze groene energiebronnen veroorzaken geen luchtvervuiling en weinig CO2-uitstoot. Het grootste voordeel: deze energie raakt nooit op.
sociale voorzieningen – ouderen en jongeren
De komende jaren zal de gemiddelde leeftijd in Nederland flink stijgen wat betekent dat de vergrijzing flink doorzet. Om ervoor te zorgen dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen moeten we daarop woonbeleid ontwikkelen. In het Bosdorpenplan van Sociaal & Groen is daarin voorzien: alle noodzakelijke voorzieningen zijn binnen het complex aanwezig en in een beschutte en veilige omgeving. Voorzieningen die extra ingericht zijn om het leven van deze ouderen zo aangenaam mogelijk te maken doordat er meer dan gemiddeld zorg- en welzijnsdiensten aanwezig zijn.
Vroeger dachten wetenschappers dat de ontwikkeling nagenoeg voltooid was na de kindertijd. Nu groeit de consensus dat de adolescentie en jongvolwassenheid ook sleutelmomenten zijn voor de ontwikkeling van jongeren. Het is een kritische periode voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden en identiteit. Jongeren moeten leren om op een goede manier de interactie met anderen aan te gaan en worden onafhankelijker van hun ouders.
Daarenboven duikt ongeveer de helft van de mentale aandoeningen voor het eerst op rond 13, 14 jaar. Het gaat bijvoorbeeld om angststoornissen, depressie of psychoses. Het is cruciaal om die zo vroeg mogelijk te signaleren en actie te ondernemen.
Ook voor jongeren biedt het plan daarom uitzicht op hun behoeften. Zo kunnen voorzieningen worden ingericht voor sport en ontspanning. Het centrale plein is een veilige ontmoetingsplaats met sociale controle. Een consiërge heeft toezicht.
CO-2 neutraliteit
CO2-neutraal bouwen is een ambitieuze moderne werkwijze waarbij gebouwen worden gerealiseerd met zo min mogelijk gevolgen voor het milieu. Voor Sociaal & Groen gelden daarvoor globaal drie stappen:
De eerste stap is om gebouwen energieneutraal te maken. Bijvoorbeeld door geen aardgas te gebruiken en zelf energie op te wekken door middel van zonnepanelen en/of aansluiting op alternatieve warmtebronnen (aardwarmte enz.). Uiteraard moeten nieuwe gebouwen optimaal geisoleerd worden, zodat er zo min mogelijk energie nodig is om het gebouw te verwarmen.
De tweede stap bij CO2-neutraal bouwen is om het bouwwerk zo klimaatvriendelijk mogelijk te realiseren. Dat kan door middel van circulair bouwen. Bij deze duurzame vorm van bouwen worden zoveel mogelijk herbruikbare grondstoffen gebruikt en zo min mogelijk eindige bronnen.
Om volledig CO2-neutraal te bouwen, moet tot slot ook alle overige uitstoot geminimaliseerd en gecompenseerd worden als gevolg van de bouw. Sociaal & Groen denkt hierbij aan productie en transport van goederen en energiegebruik voor bouwwerkzaamheden.
Waar momenteel de meeste aandacht ligt bij CO2-neutraal bouwen, is het energieneutraal maken van de woning. De laatste ontwikkelingen op dit gebied zijn:
- Zonnepanelen – Wekken de elektriciteit op die apparaten gebruiken.
- Isolatie – Van daken, muren en vloeren. Om warmte beter binnen te houden.
- HR++ glas – Dubbel glas met een coating van isolerend gas tussen de glasplaten.
- Balansventilatie – Voert lucht van binnen af en brengt lucht van buiten naar binnen. Dat is veel efficiënter dan een raampje open zetten. En door warmteterugwinning warmt het de lucht die naar binnenkomt meteen op.
- Warmtepomp of zonneboiler – Warmt het gebouw op zonder aardgas.
vergroening
Vergroening van de leefomgeving staat centraal bij plannen en belidsontwikkeling van Sociaal & Groen. Vergroening draagt namelijk onder meer bij aan woongenot, gezondheid, goede luchtkwaliteit, biodiversiteit, klimaatadaptatie en recreatieve mogelijkheden. Voldoende groen in en nabij de stad is daarom van
belang. Door een toenemende druk op de ruimte in steden, kan groen in de verdrukking komen.
Een integrale aanpak aan het werken van vergroening (aanleg én beheer) van het stedelijke gebied is van belang. Mits doordacht en integraal aangelegd, vertegenwoordigt vergroening ook ‘economische waarde’ met (financiële) baten in plaats van alleen kosten.
Duurzaam groen kan dus een bijdrage leveren aan de oplossing van deze maatschappelijke vraagstukken die ook in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) naar voren komen.
Sociaal & Groen staat een belid voor dat hét antwoord geeft op onze ruimtelijke vraagstukken.
Het moet een gedeeld toekomstperspectief op Nederland bieden, waar het fijn en veilig wonen en werken is in een gezonde en leefbare omgeving met voldoende welvaart.
Dit uit zich in vier grote maatschappelijke opgaven:
1 de duurzame en concurrerende economie,
2 een klimaatbestendige en klimaatneutrale samenleving,
3 een toekomstbestendige en bereikbare woon- en werkomgeving en
4 een waardevolle leefomgeving.
Sociaal & Groen wil meer kijken naar de functionele waarde om groen niet alleen als decorgroen te beschouwen, maar functioneler in te passen in de stad en haar ontwikkelingen.
Groen kan stimuleren om te bewegen (wandelen, hardlopen, fietsen). Dit vraagt om specifieke groenstructuren. Groen faciliteert daarnaast ontmoeting: sociaal contact en verbondenheid maakt gelukkiger. Ongedwongen ontmoetingen, zoals in openbare ruimte, blijken daarbij net zo belangrijk als sociaal contact met familie en goede vrienden. De ministeries van LNV en VWS werken aan het Programma Gezonde Groene Leefomgeving, waarin staat geconstateerd dat een gezonde leefomgeving een leefomgeving is die als prettig wordt ervaren, die uitnodigt tot gezond gedrag en waar de druk op de gezondheid zo laag mogelijk is. Het bevordert ook de positieve gezondheid. De aanwezigheid van groen maakt gelukkiger en gezonder.
Het heeft een positief effect op het mentaal en sociaal welbevinden van mensen. Patiënten in een ziekenhuis blijken eerder ontslagen te worden met uitzicht op groen. Wonen in een groene omgeving blijkt rust te geven. Nabijheid van natuur is eveneens positief: het verblijven in natuur heeft eveneens gunstig effect bij herstel van stress en ziekte.Tien extra bomen per stratenblok zorgen dat uiteenlopende gezondheidsklachten gemiddeld 7 jaar later optreden. De baten zijn het hoogst in dichtbevolkte wijken waar nu weinig groen is en waar veel mensen niet makkelijk zelfstandig kunnen reizen: kinderen, ouderen en de wijken met een lage sociaal economische status (bron:CROW/Platform31).
Hout geeft zuurstof
Hout is een hernieuwbare en veelzijdige grondstof die letterlijk, én figuurlijk, zuurstof geeft aan onze omgeving. Eerst en vooral aan het milieu, bossen zijn de groene longen van onze planeet die CO2 uit de atmosfeer halen en zuurstof afgeven. Maar ook aan onze toekomst, hout kan gerecycleerd worden waardoor een groot volume aan koolstof voor lange tijd opgeslagen blijft. Maar hout geeft ook zuurstof aan de creativiteit van architecten en ontwerpers: het is sterk, mooi en warm, en energie-efficiënt.
Hout is ecologisch: door hout te gebruiken, beperken we de uitstoot van broeikasgassen in de atmosfeer met twee ton CO2 per m3 hout.
Een paar cijfers die voor zich spreken:
Wanneer we in Europa jaarlijks 4 % meer hout gebruiken, realiseren we een bijkomende CO2-opslag van 150 miljoen ton per jaar.
Bouwen we in heel Europa 10 % meer houten (lage energie-) woningen, dan halen we al 25 % van de Kyoto-doelstellingen voor de reductie van CO2-emissies.
Om hout te verwerken tot producten voor de bouw en het interieur heb je maar liefst 30 % minder energie nodig dan bij andere grondstoffen.
Hout is energie-efficiënt. Houtconstructies bieden een hoge thermische isolatiewaarde en absorberen, mits een goede gelaagde opbouw, storende geluiden van buiten en binnen. Je bereikt snel de gewenste temperatuur én het wettelijk vereiste E-peil.
Omdat hout voor een natuurlijke vochtregeling zorgt en sneller opwarmt, kenmerken woningen in houtskeletbouw zich ook door een aangenaam en gezond binnenklimaat, lagere stookkosten en een sterk verminderde condensatie. En als kers op de taart: hout inspireert architecten in hun ontwerpmogelijkheden omdat het de integratie van moderne technologie voor onder andere ventilatie en afzuiging vereenvoudigt.
Hout is een material dat lang standhoudt bij een brand, maar houtskeletbouw bevat ook nog eens brandvertragende materialen. Zo toonde een test aan dat woningen met speciale voorzieningen maar liefst twee keer langer weerstand bieden tegen brand dan de norm voorschrijft voor openbare gebouwen.
Hout oogt elegant en natuurlijk en inspireert vormgevers, ingenieurs, architecten … voor nieuwe, energieneutrale bouwconcepten. In elke bouw- of interieurstijl, van trendy tot klassiek. Het is ook nog eens een licht materiaal, dus makkelijk te verwerken en te plaatsen.
Energieneutraal bouwen betekent dat je geen externe energie nodig hebt voor de verwarming, koeling of warm water. Zonnepanelen wekken de nodige energie op. Dit betekent niet alleen voordelen voor het klimaat en het verminderen van de CO2-uitstoot, maar ook voor de portemonnee.
Kiezen voor hout is zowel op korte als lange termijn een duurzame keuze.
diervriendelijkheid
Huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen zijn afhankelijk van geschikte gebouwen om in te nestelen en te verblijven. De Wet natuurbescherming beschermt deze dieren en hun nest- en verblijfplaatsen.
Dieren helpen ons om de stad schoon te houden en plagen te voorkomen. Dieren dragen bij aan het welbevinden van mensen. Verder zijn dieren een belangrijk onderdeel van het ecosysteem. Als er in een wijk voldoende plekken zijn om te nestelen, dan trekt dat vogels aan. Veel vogelsoorten maken nesten in bomen en struiken, maar sommigen bouwen een nest onder een dakpan of tussen de balken van een schuur. Bij nieuwbouw kunnen op het dak nestpannen gelegd worden. Dat zijn dakpannen met ruimte om in te nestelen. Nestkasten ophangen aan gevels kan natuurlijk ook.
Ook verbouwen we vaker zelf voedsel in de stad. Daar zijn bestuivers voor nodig en dieren die de grond vruchtbaar maken.
Natuur in de stad is belangrijk, omdat het klimaat verandert. De temperaturen stijgen. De stad is grotendeels van steen gemaakt. Steen warmt snel op in de zon en koelt maar langzaam af. Planten zorgen ervoor dat de stad minder opwarmt. Planten op muren of daken houden gebouwen koeler en bieden gelijkertijd een woning voor insekten.
Vogels zijn een graadmeter voor de kwaliteit van de leefomgeving. Gaat het goed met de vogels in een stad, dan gaat het goed met het stedelijk groen; en dat is ook gezond voor mensen.
woongenot, sociale cohesie
Iedereen is het er over eens dat sociale cohesie, of sociale betrokkenheid, een belangrijke eigenschap is voor de leefbaarheid binnen een buurt of wijk. Sociale cohesie verwijst naar de mate van verbondenheid en solidariteit binnen groepen en gemeenschappen. Sociale cohesie telt daarin drie componenten (Bolt & Torrance, 2005). Sociale participatie (deelnemen aan de samenleving/gedrag), gedeelde opvattingen (normen en waarden) en identificatie/verbondenheid met een gemeenschap (beleving).
Een hechtere sociale cohesie vergroot het sociaal kapitaal van mensen. Bewoners hebben daardoor meer toegang tot ondersteuning uit hun netwerken. De WRR (Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid) geeft in haar rapport ‘Vertrouwen in de buurt’ aan dat buurtnetwerken het veiligheidsgevoel van mensen versterken. Ook wordt verondersteld dat contacten, netwerken en ontmoetingen bewoners activeert en aanzet tot meer informele sociale controle. Verder zijn er veel activiteiten die onder de noemer ‘burenhulp’ plaatsvinden zoals gereedschap lenen, boodschappen doen, buurtbarbecue, etc. De kracht van sociale cohesie zit dan ook in het vergroten van de solidariteit tussen bewoners. Mensen helpen elkaar, kunnen meer hebben en voelen zich betrokken en verbonden met elkaar en de omgeving. Sociale cohesie kan daarmee sterk bijdragen aan de leefbaarheid in de wijk doordat het juist problemen voorkomt.
Het project Bosdorpen draagt bij aan een forse versterking van de verbondenheid en solidatiteit onder de bewoners wanwege de open en sfeervolle opzet van de complexen: mensen kunnen in de centrale groene pleinen elkaar ontmoeten zonder afhankelijk te zijn van weer en wind en ongewenste bezoekers. De aktiviteiten en voorzieningen waaraan bewoners kunnen deelnemen brengt bewoners laagdrempelend met elkaar in contact.
integratie en veiligheid
De integratie op Amsterdamse scholen is mislukt, vindt meer dan de helft (54%) van de Amsterdamse docenten (Parool). In Den Haag, Rotterdam en Utrecht gaat het om soortgelijke percentages, buiten de grote steden vindt maar dertig procent dat de segregatie op school toeneemt. Dat wordt deels toegeschreven aan ‘natuurlijke segregatie’: ouders van verschillende afkomst die nooit met elkaar praten, kinderen die niet bij elkaar over de vloer komen. In grote steden zijn er allochtonen-wijken, wijken waar ruime meerderheden mensen wonen van allochtone afkomst en daarbinnen zich weer groeperingen vormen. Uit onderzoek van Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) blijkt dat slechts acht van de circa zestig middelbare scholen in de stad gemengd zijn.
Docenten spreken van groepjesvorming, een oververtegenwoordiging van kinderen van allochtone komaf op vmbo en van autochtone leerlingen op havo en vwo.
Ook is prake van ouders die zich afkeren van de Nederlandse samenleving en leerlingen die erg vaderlandslievend zijn en een vorm van radicaliserend gedrag vertonen.
Woningcorporaties verweren zich door te stellen dat mensen nu eenmaal zelf een keuze maken waar zij willen wonen en dat zij niet kunnen selecteren op afkomst. Dat is logisch en begrijpelijk, maar als het overkoepelende overheidsbeleid integratie beoogd – integratie beter is voor ouders, kinderen en samenleving, dus in het belang van iedereen – , zou een non-discriminatoire regeling, waarbij in de Bosdorpen een eenverwichtige bevolkingsafpiegeling samenleeft, het overwegen waard zijn.
Door de omvang van het project is een conciërge in het complex haalbaar. Deze houdt 24/7 een oogje in het zeil, ziet wie er in- en uitgaat en kan als centraal aanspreekpunt dienen voor bewoners, pakketjes aannemen (privacy), noodgevallen melden en absentisme waarnemen. Deze conciërge zal bijdragen aan de veiligheid van het complex en daarmee aan het welbehagen van haar bewoners.
Financierbaarheid & rendement
Zonder geld geen projecten, zonder inzichten in rendement geen projecten. Er is verschil tussen sociaal-economisch en financieel-economisch rendement, maar beide
zijn uit te drukken in kosten en opbrengsten. Het vraagstuk hierbij is wie is of wie zijn financieel verantwoordelijk voor de vergroeningsopgaven en hoe kan de waarde van groen worden uitgedrukt in sociaal-economisch en financieel-economisch rendement?
Sociaal & Groen is voorstander van bewonerscoörporaties, waarbij (o.a) de bewoners huren van de coöperatie waar ze deel van uitmaken. De coöperatie kan – al dan niet met een garantie van de gemeente – particulier gefinancierd worden.
Binnen de Bosdorpen kan een klein deel luxe appartenmenten verkocht worden met een eerste aanbiedingsrecht bij wederverkoop aan de coöperatie.
zie ook:
Helemaal eens met de strekking van de punten. Maar de foto erbij vind ik niet goed. De vergroening van elk balkon vraagt een grote draagkracht ( boom plus aarde/grond). Daarom is betonbouw nog het enige wat in aanmerking komt > enorme milieulast. Daar komt bij dat de groeiruimte zeer beperkt is en bemesten nodig zal worden. En ik denk niet dat de appartement bewoners zitten te wachten op de geur van mest van geiten, paarden, koeien en kippen. Dus wordt het kunstmest > enorme milieulast.
Als het om vergroening van (bestaande) gebouwen gaat denk dan eens aan bespuiten met een karnemelk/water-oplossing, dat trekt algen aan en die zijn perfecte luchtschoners. Zie ook mijn fb-groep Leden delen interessante artikelen en dan zoeken op hashtags innovatie, milieu etc. En idem: er bestaan elektrische windmolens die op een balkonnetje kunnen staan, veilig zijn voor mens en dier en die juist goed overweg kunnen met de veranderlijke wind tussen hoogbouw. Alternatieve opslagmethoden ( zonder niet-duurzame accu’s bestaan ook al) .
Prachtig! En onderscheidend voor S&G. Wel de financiering nog even meenemen.
Eens! Gedaan.
Helemaal mee eens. Ik wil hieraan toevoegen: een 24/7 bemande receptie/concierge. Voor pakketbezorging is het ook erg efficiënt – de pakketten worden onderaan het gebouw afgeleverd bij de receptie, en bovendien heel bevorderlijk voor de veiligheid. Bij een complex met genoeg woningen is dat haalbaar.
Wanneer we een aantal wijken realiseren waarbij op deze manier de hoogte in gegaan wordt, kan met weinig ruimte veel gebouwd worden. Ik kan me voorstellen dat dit een dure manier van bouwen is maar het is de moeite waard want onder de streep levert het enorm veel op.
Ik put hierbij overigens uit mijn eigen ervaringen in Jakarta – ik heb daar maanden gezeten in een weliswaar niet groen eco-gebouw, maar wel in een community die bestond uit vijf wolkenkrabbers die in een cirkel stonden opgesteld. Dus met die receptie, en in het midden een grote tuin met zwembaden (in Nederland zou je daar dan een groot deel van overdekt moeten hebben). Dit waren bij elkaar denk ik zo’n 5×200=1000 appartementen. In Indonesië is personeel heel goedkoop dus er liepen daar nogal wat wachters, tuinmannen, receptionisten en conciërges rond. Onder de gebouwen drie lagen parkeren. Het loont bij zulke ‘dichte’ bebouwing echter ook om een bushalte voor zo’n complex te leggen (in Jakarta heeft dat niet zoveel zin want collectief vervoer is daar niet zo ontwikkeld en bovendien staan de wegen altijd vol). Doordat relatief veel mensen op weinig ruimte wonen (de hoogte in), kan je enorme winsten boeken in collectieve voorzieningen, als het gaat om winkels, receptie, bezorging, onderhoud, afval ophalen etc.
Eens, in tekst opgenomen.
Grotendeels mee eens, al moet hoogbouw niet een einde maken aan alle laagbouw, en vind ik meer begroeiing op de grond ook wel aantrekkelijk.
Dat als aanvulling op de groene gebouwen natuurlijk, niet als vervanging.
En waarom niet ook meteen wat fruitbomen op openbaar terrein, als we toch bezig zijn?
Want de bomen die we nu op openbaar terrein laten groeien, brengen zelden iets eetbaars voort.
Prima natuurlijk! “bomen” veranderd in “(fruit-)bomen”