democratie
middelgrote versie
beslissingsrecht opeisen betekent de gevolgen van je keuze kunnen inschatten
Het recht om te stemmen is terecht een grondrecht. Ieder mens, deel uitmakend van een samenleving, heeft het recht om mee te beslissen over hoe die samenleving eruit moet zien. Het stemrecht geldt dus wat Sociaal & Groen betreft voor iedere burger. Toch is iets vreemds met het verlenen van dit recht aan iedereen, zoals nu het geval is.
Welke kant het uit moet met een land is absoluut geen eenvoudige vraag. Het gaat om vraagstukken die inzicht vragen, zoals in de economie, de gezondheidszorg, het staatsbestel, het onderwijs, vrede en veiligheid, om maar een klein deel te noemen. Wat ons betreft is een verantwoorde keuze voor een politieke partij alleen mogelijk als er enige basiskennis aanwezig is over de onderwerpen waarover beslist moet worden ten tijde van verkiezingen. De kiezer moet in staat zijn de gevolgen van zijn keuze enigszins te overzien. Er is geen organisatie of meebeslissingsrecht in onze samenleving te vinden waarbij men geen kennis van zaken of aangetoonde betrokkenheid verlangt. Behalve als het gaat om wat er allemaal moet gebeuren in een land, zoals bij verkiezingen.
Dat is eigenlijk heel erg vreemd. En misschien is dat wel de reden van de wanorde, scheefgroei en wispelturigheid in beleid, waarin we verzeild zijn geraakt. Bijna niemand vertrouwt de politiek meer, het parlement is langzaam aan het afglijden naar een (media-) circus. Bekende Nederlanders vinden een nieuwe leuke baan zonder werkgever in de politiek. Langzaam maar zeker wordt er aan de basis van de drie pijlers van onze rechtstaat geknaagd (wijziging grondwet, rechters dwingen tot uitspraken). Ongeveer 3% is nog lid van een politieke partij, terwijl het systeem juist op het bestaan van politieke partijen is gebaseerd.
Net zoals voor alles waarover iemand wil (mee-)beslissen is Sociaal & Groen van mening dat dit alleen voor hen mag gelden die ook weten waarover ze stemmen, redelijkerwijs kunnen inschatten wat de consequenties van hun keuzes zijn. Het gaat daarbij niet om de vorming van een elitaire groep van deskundigen, zeker niet. Maar wel om te voorkomen dat zij die geen idee hebben waarover het gaat, mee te laten beslissen over hoe anderen moeten leven, hun leven en omstandigheden moeten inrichten.
Net zoals bij de basiscursus inburgering zou er een (objectieve) basiskennis-test stemrecht moeten komen.
leeftijdsgrens
Aangetoonde (minimale) kennis brengt logischerwijs met zich mee dat de discutabele leeftijdsgrens om deel te kunnen nemen aan verkiezingen, kan komen te vervallen.
uitgebreide versie
democratie
Marcel Van Dam schreef dat ‘de essentie van de democratie is dat het eindpunt van een politiek debat gemarkeerd wordt door een meerderheidsbesluit. Maar voor het zover is behoort de discussie te worden gevoerd op basis van een eigen visie van de politicus. De essentie van het populisme is dat die eigen visie vervangen wordt door de visie van de veronderstelde meerderheid. Met als logisch gevolg dat ook als de meerderheid ongelijk heeft dat ongelijk wordt bevestigd door de politiek’.
Maar wat nu als de deelnemers niet meedoen aan het debat omdat ze geen idee hebben waarover het gaat of daarin helemaal niet geïnteresseerd zijn? Mogen ze dan wel meebeslissen over hoe onze samenleving er uit moet zien? Of dat – door moderne communicatiemiddelen – de feiten worden verdraaid of zelfs onwaarheden worden verspreid (desinformatie) en op grond daarvan keuzes worden gemaakt?
Democratie is in de eerste plaats een bestuursvorm of politiek systeem dat ervan uit gaat dat een volk in soevereiniteit alle autoriteit heeft, gebaseerd op de (meerderheid) van de instemming van het volk, tevens uitgaande van het gelijkheidsbeginsel.
Een goed werkend democratisch systeem is dus gebaseerd op betrokkenheid en gelijkheid van de ‘deelnemers’. Die gelijkheid bestaat onder andere in de informatie die de deelnemers tot zich nemen of aangereikt krijgen. De praktijk is, dat er van gelijke geïnformeerdheid geen sprake is.
systemen moeten (mee) evolueren
Ten tijde van het ontstaan van de democratie was de ‘wereld’ overzichtelijk en dichtbij. De boeren op het land, slechts enkele tientallen kilometers levend van de grote stad Athene, waren vanwege de afstand al niet meer betrokken bij het dagelijks maatschappelijke en politieke leven.
In een samenleving waarin bestuurders en politici aanspreekbaar zijn voor de gehele participerende groep, simpelweg omdat ze om de hoek woonden, is de democratie ontstaan. Alle bestuursvormen, wetten, regels en culturen krijgen gestalte op basis van de tijd waarin ze zijn ontstaan.
Belastingwetten bijvoorbeeld worden constant aangepast omdat de samenleving evolueert (voordeurdelingsregeling, enz.)
Daarom is het uitermate vreemd dat we een bestuurssysteem hebben dat in ca. 2000 jaren niet is aangepast. En dat, terwijl het functioneren van de samenleving op geen enkele wijze meer te vergelijken is met toen. De samenleving is compleet veranderd in vrijwel alle opzichten.
Als een systeem 2000 jaren achter loopt heeft dat consequenties en die worden steeds schrijnender naarmate de samenleving verandert. Het resultaat is dat de burger logischerwijs het vertrouwen compleet aan het verliezen is en de excessen schrijnender en talrijker worden. In een niet meer werkend systeem kunnen volstrekt incompetente mensen de machtigste persoon op aarde worden. Het verval van Rome leert ons dat systemen moeten meegroeien met de tijdgeest. De Romeinse keizer Caligula liet zijn favoriete paard Incitatus, waarin volgens hem alle goden waren verenigd, tot consul benoemen en liet het paard uit gouden bekers drinken. Hitler is aanvankelijk op democratische wijze aan de macht gekomen, om de democratie vervolgens af te schaffen.
het essentiële belang van politieke partijen
Ons systeem is gebaseerd op politieke partijen die daarmee de pijler onder het systeem vormen. Daar vindt niet allen het politieke debat plaats, maar ook de ‘opleiding’ tot bestuurder of politicus. Daar wordt geleerd dat er meer meningen zijn, vele zaken genuanceerder zijn dan zich in eerste aanleg laten zien en worden vaardigheden ontwikkeld die voor een (aankomend) politicus noodzakelijk zijn. Zo is duidelijk zichtbaar dat politici voortkomend uit bestaande politieke partijen over aanzienlijk meer vaardigheden beschikken dan zij die, bij wijze van spreken, zo van de staat het parlement in duiken, met alle gevolgen van dien.
Het is onder parlementariërs met (!) politieke ervaring bekend dat ze ondanks hun ervaring nog gemiddeld twee jaren nodig hebben om ‘ingewerkt’ te raken.
De pijler onder de democratie, de politieke partijen, is uitgehold, heeft nauwelijks nog draagkracht in de samenleving. En misschien is dat wel de reden van de wanorde, scheefgroei en wispelturigheid in beleid, waarin we verzeild zijn geraakt. Bijna niemand vertrouwt de politiek meer, het parlement is langzaam aan het afglijden naar een (media-) circus waar bekende Nederlanders een nieuwe leuke baan denken te hebben gevonden en langzaam maar zeker wordt er daardoor ook aan de basis van de drie andere pijlers van onze rechtstaat geknaagd (wijziging grondwet, rechters dwingen tot politieke uitspraken).
Minder dan 3% is nog lid van een politieke partij, terwijl het systeem op het bestaan van politieke partijen is gebaseerd. Uit die drie procent komen alle politici. Omdat het systeem niet meer werkt misbruiken rechtspopulisten het systeem om in de Tweede Kamer te komen door zich vervolgens na installatie als kamerlid af te scheiden.
stemrecht is grondrecht
Het recht om te stemmen is terecht een grondrecht. Ieder mens, deel uitmakend van een samenleving, heeft het recht om mee te beslissen over hoe die samenleving er uit moet zien. Het stemrecht geldt dus wat Sociaal & Groen betreft voor iedere burger. Toch is iets vreemds met het verlenen van dit recht aan iedereen, zoals nu het geval is.
Welke kant het uit moet met een land is absoluut geen eenvoudige vraag. Het gaat om vraagstukken die inzicht vragen, zoals in de economie, de gezondheidszorg, het staatsbestel, het onderwijs, vrede en veiligheid om maar een klein deel te noemen. Wat ons betreft is een verantwoorde keuze voor een politieke partij alleen mogelijk als er enige basiskennis aanwezig is over de onderwerpen waarover beslist moet worden ten tijde van verkiezingen. Er is geen enkele organisatie of mee-beslissingsrecht in onze samenleving te vinden waarbij geen kennis van zaken of aangetoonde betrokkenheid wordt verlangd. Behalve als het gaat om wat er allemaal moet gebeuren in een land, zoals bij verkiezingen.
de stemtoets
Net zoals voor alles waarover iemand wil (mee-)beslissen is Sociaal & Groen van mening dat dit alleen voor hen mag gelden die ook weten waarover ze stemmen, redelijkerwijs kunnen inschatten wat de consequenties van hun keuzen zijn. Het gaat daarbij niet om de vorming van een elitaire groep van deskundigen, zeker niet, maar wel om te voorkomen dat zij die geen idee hebben waarover het gaat, mee te laten beslissen over hoe anderen moeten leven en omstandigheden moeten inrichten.
Net zoals bij de basiscursus inburgering is Sociaal & Groen voorstander van een (objectief) ‘basisexamen stemrecht’, op grond waarvan iedereen het recht krijgt om te mogen stemmen.
Het is ieders vrijheid om geen betrokkenheid met de samenleving te willen, maar dat heeft dan wel als logische consequentie dat diegene dan ook geen bemoeienis met de inrichting daarvan kan hebben, hetgeen nu wel het geval is. Stemmen is geen vrijblijvend spelletje. Het kan een heel land ontwrichten (Brexit).
noodzakelijke escape & gewenste scholing/vorming
Voor hen die toch willen stemmen maar de kennis van elementaire beginselen van de samenleving ontberen, geen enkel politiek inzicht hebben of geen idee wat de gevolgen zouden kunnen zijn van eventuele keuzes, moet er een mogelijkheid komen om in onafhankelijke stemgroepen via politieke partijen te stemmen, dus zonder stempas. Lokale politieke partijen krijgen dus een stem in verkiezingen. De zwaarte van die stem (mate waarin aantal meetelt) is minder dan een individuele en afhankelijk van het aantal stemmen binnen die lokale partij. Stemmen via een politieke partij kan alleen bij unanimiteit over een aantal nader te benoemen standpunten, te leveren per politieke partij, die via de onafhankelijke stemgroepen via een partij binnenkomen.
Met dit systeem wordt bereikt dat zij die niet individueel kunnen stemmen dat toch kunnen, maar wel het noodzakelijke inzicht moeten opdoen. Unanimiteit dwingt tot debat en gedachtenuitwisseling. Bijkomend voordeel is dat politieke partijen een nieuwe toegevoegde waarde krijgen in de maatschappelijke functie en mensen die toch willen stemmen gedwongen zijn tot debat en vergaren van maatschappelijke en politieke kennis. Immers, een politieke partij kan alleen een aantal (anonieme) rechtsgeldige stemmen uitbrengen bij unanimiteit. Dat vereist debat en inzicht en dat is hetgeen onderhavige deelnemers (zonder stempas) ontberen maar zo wel vergaren.
leeftijdsgrens
Aangetoonde (minimale) kennis brengt logischerwijs met zich mee dat de discutabele leeftijdsgrens om deel te kunnen nemen aan verkiezingen, kan komen te vervallen.
Standpunt Sociaal & Groen: Iedere kiesgerechtigde moet een basiskennis-test afleggen om te kunnen stemmen.
zie ook: Burgerkamers (democratische hervormingen)
STANDPUNTEN / VERSCHILLEN PER PARTIJ (Democratie – stemrecht)
VVD – geen standpunt
PVV – geen standpunt
CDA – geen standpunt
GL – geen standpunt
SP – geen standpunt
PvdA – geen standpunt
Sociaal & Groen – invoeren stemtoets
– politieke partijen krijgen stemrecht voor niet stempashouders