democratie
versie III oktober 2022
voordelen
hoofddoelen
1.Verhogen van betrokkenheid van burgers bij de gemeente.
Voldoen aan de behoefte van de burger gehoord en serieus genomen te worden middels dialoog en informatieverstrekking waardoor de betrokkenheid met de gemeente wordt bevorderd en vergroot (hersteld). Toegankelijkheid tot bestuurders, ambtenaren en volksvertegenwoordigers slecht de afstand; onbekend maakt onbemind.
2. Herstel van vertrouwen van burgers in de (lokale) overheid en haar instituties.
De Burgerkamer is een middel om de ontstane vertrouwensbreuk overheid/politiek – burger te herstellen.
3. Inhoudelijk antwoord op antidemocratische sentimenten en groeperingen (tegenwicht).
De democratie is kwetsbaar gebleken en het wantrouwen jegens de overheid en politiek wordt door sommige vertegenwoordigende personen/groeperingen bewust gevoed. Daar moet een adequaat antwoord op komen omdat het de samenleving ontwricht. Uiteindelijk is dat alleen mogelijk middels dialoog, informatie-uitwisseling en inspraak waarmee de burger aan den lijve voelt dat het negatieve imago op onjuiste beeldvorming is gebaseerd.
4. Geven van een daadwerkelijke stem aan burgers.
De hoofdreden waarom diverse probeersels ten aanzien van burgerparticipatie niet zijn geslaagd ligt in het gegeven dat alle andere vormen dan de Burgerkamer van Sociaal & Groen uitgaan van vrijblijvend advies van de burger (raadgevend en opiniepeilend).
Geen enkel model zal voor de burger nu nog bevredigd zijn als er niet daadwerkelijk rekening gehouden hoeft te worden met zijn/haar stem. De Burgerkamer is een antwoord op de beleving dat er niet naar de burger wordt geluisterd en dat de huidige inspraak slechts een ‘zoethouder’ is. De Burgerkamer levert de burger daadwerkelijk een stem die niet eenvoudig te omzeilen is. Hoe beperkt ook, het levert zeggenschap.
5. Voldoen aan wettelijke eisen t.a.v. burgerparticipatie.
6. Maximaal gebruik maken van van de expertise in de samenleving.
7. Uniformiteit in en efficiëntie van het huidige chaotische participatieproces.
middelen
8. Horizontalisering van de democratie. De Burgerkamer opereert naast de volksvertegenwoordiging.
9. De burger krijgt een ‘eigen’ gremium. De gemeente faciliteert slechts. De burger is, anders dan alle bestaande vormen, eigenaar van zowel van het platform, de inhoud als het proces.
10. De Burger een ‘beroepsmogelijkheid’ te bieden, waardoor er, naast de bestaande politieke, daadwerkelijk invloed uitgeoefend kan worden op gemeentelijk beleid.
overige voordelen
De Burgerkamer
11. biedt de burger de laagst mogelijke drempel om te participeren en communiceren; zowel onderling (gelijken) als met bestuurders, ambtenaren en volksvertegenwoordigers.
12. is toegankelijk voor iedere burger van een gemeente, met uitzondering van bestuurders, ambtenaren betrokken bij specifiek gemeentelijk beleid en politici (raadslieden).
13. versterkt de band overheid – burger (deliberatie, betrokkenheid, beslissen).
14. voldoet aan het ‘uitdaagrecht’ (right to challenge).
15. biedt de burger een mogelijkheid te participeren en betrokken te worden op eigen initiatief, zonder willekeur (van bijvoorbeeld loting), aanwijzing of ‘sollicitatie’.
16. selecteert ‘natuurlijk’ betrokken burgers (door het aanmeld-systeem).
17. daagt burgers met kennis of interesse uit door het vrije aanmeldsysteem op onderwerpniveau. Door het aanbieden van inspraak maakt de gemeente gebruik van de expertise of interesse van de burger, een nauwelijks benutte kennisbron tot op heden.
18. creëert een overlegstructuur onder gelijken met bijbehorend gevoel, waardoor er binnen het overleg geen tegenstelling meer mogelijk is tussen ‘wij’ (de burger) en ‘zij’ (“de elite, de zakkenvullers, de baantjesjagers”, enz.).
19. is een ‘all in’ concept: het vervangt alle vormen van participatie (inspreekrecht, referenda, voorlichting, beraad, wijkraden, burgerinitiatief, enz.). Burgerparticiaptie slaagt alleen als er sprake is van uniformiteit en eenvoud. Iedere gemeente is thans bezig een eigen vorm met regels en mogelijkheden te vinden, een voor de burger onoverzichtelijk geheel. De Burgerkamer biedt één uniform systeem voor alle gemeenten en provincies.
20. verbetert het imago van bestuurders (wethouders) en ambtenaren door de fysieke dialoog. De wethouders en ambtenaren worden een direct dialoogplatform geboden waarin het (voorgenomen) beleid of de grondslagen daarvan kunnen worden toegelicht en biedt de mogelijkheid voor verduidelijking en vragen (begripsverklaring en draagvlakverbreding).
21. verschaft ambtenaren, bestuurders en raadslieden bij zittingen informatie en horen uit de eerste hand waar een burger tegenaan loopt of beweegt. Al delibererend wordt er naar een uitspraak toegewerkt.
22. levert een gewogen gemiddelde van de mening van de burger op omdat de samenstelling is gereguleerd, constant wisselt en besluiten bij meerderheid worden genomen; door de parameters bij aanmelding is er altijd sprake van een brede afspiegeling van de burgerij en kan de gemeente (via de verordening) diversiteit sturen.
23. ontheft en ontlast de gemeente van haar (primaire) initiatief-verantwoordelijkheid ten aanzien van voorlichting en raadpleging. Die komt immers bij de burger zelf te liggen (right to challenge).
24. biedt het college of de gemeenteraad een toetsings- en adviesorgaan; zij kunnen immers te rade gaan bij de burger; hierdoor verwerft een besluit draagkracht onder de inwoners.
25. levert het college of de raad meer gezag en/of respect als een besluit door de Burgerkamer wordt gesteund. Een afwijzing is een signaal en noopt wellicht tot bijstelling van het besluit of beleid.
26. levert efficiëntie voor de gemeente op. Individuele discussies met belanghebbenden over omgevingsvergunningen e.d. worden verplaatst naar de Burgerkamer (effectiever en tijdsbesparing).
27. is apolitiek. De samenstelling en besluitvorming (uitkomst) staat los van coalitieakkoorden en partijopvattingen. Elke zaak wordt op zijn eigen merites beoordeeld vanuit het ‘kale’ burgerbelang. Voor de raad is de Burgerkamer een second opinion.
28. is volledig publiekelijk, voor iedereen toegankelijk en inzichtelijk voor wat betreft de te bespreken onderwerpen. De burger agendeert zelf initiatieven. Op de site van de Burgerkamer staan alle onderwerpen waarbij participatie mogelijk is. Dat maakt de communicatie helder, zeer toegankelijk en overzichtelijk. Onderwerpen moeten een breder maatschappelijk gemeentelijk belang hebben. Dit ter beoordeling van de voorzitter/bestuur van de Kamer in overleg met de gemeentesecretaris.
29. is een antwoord op ongewenste juridisering. Bij de rechter worden te vaak (onnodige) conflicten tussen burgers en bestuur uitgevochten. Een rechter kijkt hoofdzakelijk naar regels, wetten en procedures, maar meestal niet wat achter de rechtsgang zit: emotie, het gevoel niet gehoord te worden, desinformatie. De Burgerkamer doet dat wel. Er is plaats voor de mens achter de (boze) burger. De rechter zal verwijzen naar de Burgerkamer als legitieme stem van de burgerij.
30. hoeft niet in iedere gemeente exact hetzelfde te zijn. Naar inzicht van Sociaal & Groen moet het model ruimte bieden voor gemeentelijk maatwerk. Elke gemeente richt de Burgerkamer zo in passend bij de gemeentelijke omvang, wensen en het karakter. Maar ook gemeentelijke adviezen over het beste moment van behandeling behoort tot de mogelijkheden.
31. is autonoom, maar voor een bepaald aantal zaken, geregeld in de verordening waarin de Burgerkamer door de raad wordt geïnstalleerd, vindt er overleg plaats tussen het bestuur (voorzitter) van de Burgerkamer en de gemeente(-secretaris). Het gaat hierbij om de toetsing of een door burgers geagendeerd onderwerp een individuele zaak betreft en of het onderwerp tot de competentie van de gemeente behoort.
32. moderniseert (verbetert) de democratische orde. Raadsleden ‘raadplegen’ met een Burgerkamer continue de burger op onderwerp-niveau in plaats van een keer in de 4 jaar. Bovendien vindt er een zekere depolitisering plaats, aangezien de Burgerkamer geen boodschap heeft aan politieke overwegingen.
33. levert waarschijnlijk kostenreductie voor de gemeente op. Omdat burgers nu bij hun Burgerkamer terecht kunnen worden discussies, klachten en bezwaar- en beroepsschriften (aanzienlijk) verminderd.
34. staat organisatorisch onder toezicht van de gemeente, zoals in de verordening is vastgelegd. De gemeente houdt via de betrokken ambtenaar (Burgerkamerzaken) zicht op een correct functioneren van de Burgerkamer.
35. zorgt ervoor dat de gemeente geen of nauwelijks inspanningen hoeft te leveren voor inspraak, raadpleging, voorlichting, enz., tenzij de Burgerkamer daarom vraagt. De lijnen worden korter, de communicatie efficiënter en de verantwoordelijkheden duidelijker.
36. is zo ingericht dat er geen wettelijke aanpassingen nodig zijn. De bestaande wettelijke positie van de gemeenteraad blijft intact.
37. levert een automatisch systeem van draagvlakverbreding op. Door de wisselende samenstelling wordt een steeds groter deel van de bevolking betrokken. Het zorgt tevens voor informatie- uitwisseling en discussie van burgers onderling omdat ‘overinschrijving’ daartoe aanzet.
38. zorgt voor nationale administratieve eenvoud, omdat er in alle gemeenten één systeem bestaat (uitwisselbaarheid ambtenaren, minder inwerkingstijd en kosten, eenvoudig communiceerbaar met overige gemeenten of provinciale Burgerkamer).
39. wordt door de gemeenten die zich erin hebben verdiept positief tot zeer positief ontvangen.
40. bevordert gemeenschapszin. Indien een burger een onderwerp wil agenderen maar de inschrijving voor die wijk vol is, kan het door medeburgers via de wel toegelaten burger worden ingebracht.
41. vervangt commissies met burgers, wijkraden, buurtcomités, enz. Deze kunnen allemaal of opgeheven worden of als onderdeel onder de Burgerkamer gebracht worden. De burger eist inspraak en medezeggenschap, dan dient de burger die ook te krijgen maar ook verantwoordelijkheid te nemen (right to challenge). De (lokale) overheid is dan van die primaire verantwoordelijkheid af.
42. biedt flexibiliteit. De Burgerkamer kan iedereen uitnodigen van wie zij informatie wenst maar ook, als de Burgerkamer een onderwerp overwegend wijkgebonden acht, wijkinspraak organiseren. De Burgerkamer is vrij in de keuze van wie zij informatie wenst en hoe zij dat wenst te organiseren.
43. Door het aanmeldsysteem met geforceerde spreiding over de gemeente hebben lobby- of belangengroepen geen (noemenswaardige) greep op de besluitvorming. Belangengroepen of bedrijven kunnen vertegenwoordigd worden door een of twee wisselende zetels in de Burgerkamer.
nadelen
Er zijn nauwelijks nadelen denkbaar. Als die er al zijn, zijn ze wellicht oplosbaar. Het enige nadeel dat Sociaal & Groen kan bedenken is van financiële en organisatorische aard: het kost geld.
Maar zelfs dat punt is discutabel. De gemeente hoeft nauwelijks nog geld uit te geven aan participatie en minder of geen aan allerlei juridische interne en externe procedures met de samenleving. Per saldo is de Burgerkamer wellicht ‘goedkoper’ dan de huidige systemen en inrichtingen.
Bovendien kost doorgaan op de experimentele weg zoals nu ook geld (en veel tijd) en blijft ongevraagde informatieverstrekking (bijeenkomsten, peilingen, onderzoeken, ambtelijk werk, enz.) ook kostbaar.
a) ‘ik word gecontroleerd’
De Burgerkamer zal door sommige raadslieden gezien worden als een permanente controle van de burger (meekijken over de schouder). Andere raadslieden zien dit juist als voordeel en een vanzelfsprekende democratische vernieuwing die recht doet aan de wensen van de burger van deze tijd.
Sociaal & Groen ziet die ‘controle’ juist als voordeel. Overigens is die controle niet wettelijk, maar gevoelsmatig.
b) reeds geleverde inspanningen op gebied van burgerparticipatie
Sociaal & Groen verneemt tijdens gesprekken met wethouders en ambtenaren dat veel gemeenten thans in een uitvoeringsfase zitten van participatie-modellen die in de afgelopen jaren zijn bedacht en dat het Burgerkamer-model een geheel nieuwe aanpak vereist.
Dat argument is weliswaar waar, maar mag volgens Sociaal & Groen modernisering nooit tegenhouden.
Zoals een enkele gemeente terecht stelde, is een samenleving altijd in ontwikkeling en zullen vernieuwingen en aanpassingen altijd onderdeel zijn van (goed) beleid.
Als een nieuw concept beter is, kan voorgaand (denk-)werk niet als tegenargument gebruikt worden, omdat het beste altijd dient te prevaleren. Zeker niet als het in het nadeel is van de gemeenschap en uiteindelijk daarmee ook voor de gemeente.
Bovendien lijdt de gemeente imago-schade, als andere gemeenten wel overgaan tot een beter model.
De burger zal ‘zijn Burgerkamer’ mogelijk kunnen opeisen en het tegenhouden van de gemeente niet waarderen. Dan wordt de Burgerkamer mogelijk onderdeel van partijpolitiek.
Het omgekeerde geldt ook: colleges kunnen met de Burgerkamer hun burgers laten zien dat zij burgerparticipatie serieus nemen.
c). de Burgerkamer kost geld
In de vorm van ambtelijke ondersteuning. Maar dat kosten de bestaande modellen ook.
Adviezen
De Burgerkamer zou bij voorkeur roulerend in wijken moeten vergaderen, om de verbondenheid met de wijken bevestigen, de drempel zo laag mogelijk te houden. Het stadhuis vertegenwoordigt de overheid, de wijkgebouwen de inwoners.
De gemeente zou presentiegeld kunnen overwegen als extra stimulans en tegemoetkoming in eventuele reiskosten. In veel gemeenten gebeurt dat al bij allerlei commissies waarin burgers betrokken worden.
De zittingen van de Burgerkamer moeten digitaal te volgen zijn. Voor mensen met een handicap zou zelfs een individuele zetel digitaal mogelijk moeten zijn.